Bibliotheek

Gemak op het menu

06 november 2025

In deze tweede verdieping van de blogreeks ‘het ongemak van gemak’ zoomen we in op een onderwerp waar mijn hart sneller van gaat kloppen: eten en drinken. Soms misschien iets te letterlijk, na drie kopjes koffie en wat lekkers erbij.

Voeding is een van onze basisbehoeftes. We hebben het elke dag nodig. Toch is dit een van de onderwerpen waar we veel tijd op besparen. Waar we vroeger bijna de hele dag bezig waren met het verzamelen, bereiden, koken en eten van voedsel, zijn we nu zo’n 25 minuten per dag kwijt aan boodschappen, een half uur per dag aan koken en ongeveer een uur per dag aan het eten van ontbijt, lunch, tussendoortjes en avondeten. En tijdens het eten, doen we daarbij gemiddeld 41% ook nog eens iets anders bij het eten dan enkel eten of praten (zoals social media, tv kijken, een boek lezen). Over tijdsefficiëntie gesproken.

Maar zijn we hier wellicht niet in doorgeslagen? Wat betekenen al deze shortcuts voor het verkrijgen van goede voeding eigenlijk voor onze gezondheid? En voor duurzaamheid? We duiken aan de hand van twee onderwerpen in deze vragen: de rol van de supermarkt en de variëteit in ons voedingspatroon.

De supermarkt als ‘one-stop-shop’

Voordat de supermarkt een concept was, werden inkopen gedaan bij de kruidenier, de bakker, de slager en de groenteboer. Allen kleine specialistische winkels met kennis van de producten, waar voor de bezoeker het eten werd gewogen en ingepakt. Geen kant-en-klare maaltijden, bewerkt voedsel of kleurrijk verpakkingsmateriaal met merknamen. Het kostte aan de andere kant wel veel tijd.

Dat is nu wel anders. We razen met zijn allen door de supermarkt heen, waar we alle producten in één keer in één winkel kunnen verzamelen en tegenwoordig ook zelf kunnen afrekenen. Gezien dat de gemiddelde consument geen expert is in alle types voedingsmiddelen, is het grootste onderscheidende vermogen van verschillende etenswaren de merknaam die erop staat en het verpakkingsmateriaal die het hardste om aandacht schreeuwt. Daarbij komt ook dat een groot deel van de bevolking hun recepten van social media afhaalt, waar de beïnvloeding van wat we kopen dus als start bij de wekelijks of dagelijkse voedingsplanning. Dit maakt dat het voor consumenten moeilijk is om gezond en duurzaam te eten. Er zijn zoveel producten te koop, dat we de bomen door het bos niet meer zien. Met gevolgen voor onze eigen gezondheid:

  • Consumenten kiezen vaker voor producten die direct beschikbaar en eenvoudig te verwerken zijn, wat vaak minder gezonde opties zijn.
  • Studies tonen dat visuele prikkels zoals kleur, claims en design vaak zwaarder wegen dan voedingswaarde bij aankoopbeslissingen.
  • Kennis over voeding bij veel consumenten beperkt is, vooral bij lager opgeleiden. Dit correleert met hogere kans op ongezonde eetpatronen en overgewicht

Mensen optimaliseren op ‘energieverbruik’. We zijn geneigd te kiezen voor gemak en eenvoud, omdat bijvoorbeeld het zoeken naar nieuwe recepten en het bereiden van uitgebalanceerde maaltijden veel tijd en mentale energie kost. Ook is de complexiteit van de juiste voedingsstoffen binnen krijgen hoog.

De benoemde mechanismes – zoals visuele prikkels, eenvoudig te verwerken producten en sociale media voor inspiratie – worden daarom ingezet als shortcuts om zo efficiënt mogelijk ons eten op tafel te krijgen.

Variëteit van ons eten en monocultuur

Ondanks de grote beschikbaarheid van producten, krijgen we meer dan twee derde van onze voedingstoffen uit slechts een aantal gewassen: rijst, tarwe, maïs, aardappelen, soja, suikergewassen en enkele oliehoudende planten.

Voor consumenten is het makkelijker om te koken met vertrouwde producten zoals rijst, pasta of aardappelen. Voor producenten is zo’n beperkt aanbod ook aantrekkelijk, voor een aantal redenen:

  • Een gewas op grote schaal verbouwen is economisch aantrekkelijker;
  • Monocultuur maakt mechanisatie, kunstmestgebruik en oogst eenvoudiger en goedkoper.
  • Gewassen worden geselecteerd op houdbaarheid en transporteerbaarheid, niet op voedingswaarde. Dit versterkt de dominantie van enkele soorten.

Het gevolg is echter dat deze monoculturen ons voedselsysteem kwetsbaarder maakt voor ziektes, klimaatverandering en prijsschommelingen. En dat wij als consumenten het moeilijker voor elkaar krijgen om de juiste voedingsstoffen binnen te krijgen. Mede hierdoor liggen in Nederland alleen al de zorgkosten gerelateerd aan slechte voeding rond de 6 miljard euro. In zijn totaliteit worden de maatschappelijke kosten (inclusief zorgkosten) minimaal op zo’n 18,6 miljard euro geschat. In de keten zijn deze kosten nog hoger. Door schade aan ecosysteem diensten als bestuiving, CO2 opslag, erosie, degradatie van waterkwaliteit en stikstof dispositie wordt wereldwijd ingeschat dat de economische schade tussen de $3 tot $11 biljoen dollar ligt.

Kortom, wellicht is het toch wat (tijds)investering waard om bewuster met ons eten bezig te zijn. We zijn immers afhankelijk van deze ecosystemen om een gezond leven te leiden. Gemak is verleidelijk, maar de prijs die we betalen – voor onze gezondheid én de planeet – verdient meer aandacht op ons boodschappenlijstje.

Meer interesse naar dit onderwerp? Er zijn nog veel meer interessante richtingen te ontdekken die te maken hebben met gedrag. Denk bijvoorbeeld eens aan:

  • Het gemak en risico van (ultra)processed eten;
  • Sociale status van bepaalde producten en voedingskeuzes;
  • Het effect van branding op voedingskeuzes.

Auteur

Stefan Favrin

Consultant
Lees meer over Stefan